Van Saint Lucia naar uitvalsbasis Trinidad

Rotterdam, december 2022

Met ons hoofd zitten we in de Cariben, maar een blik naar buiten haalt ons terug naar de werkelijkheid. De regen valt onophoudelijk uit de donkergrijze lucht, de Hollandse westenwind giert rond ons vooroorlogse, in de Rotterdamse kleibodem scheefgezakte pandje. De decembermaand is nat, een binnenvaartschip vaart behoedzaam over de mistige Delfshavense Schie, de week erop is het koud, met ’s ochtends de rijp op het groen. Net als in 2018, een half jaar voor ons vertrek met Catherine voelen we opnieuw het verlangen naar verre, warmere oorden, de zin om onbekende landen en kleine eilanden te gaan bezoeken, zin om uit de voorspelbare alledaagsheid te stappen. We hebben het heel fijn in Nederland, met alles wat we doen, vrienden, familie, ons gezin. Maar. Het kriebelt en knaagt. De reiziger heeft nooit rust. Dus gaan we weer. Begin 2023 hervatten we onze zeilreis om te gaan zwerven langs de Caribische eilanden.

Voordat we verder zeilen kijken we terug op de laatste maanden. Want wat is er veel gebeurd sinds ons vorige blog!

Het is half juni, als we in de kuip zitten, Catherine voor anker in de monding van Marigot Bay, Saint Lucia, na een drukke dag op stap met onze gehuurde terreinwagen. “Over twee weken gaat onze vlucht naar Nederland,” zegt Karin. Ze kijkt er een beetje mistroostig bij. We zeilen zuidwaarts, richting Trinidad. Het orkaanseizoen is aangebroken en in Trinidad is de kans heel klein dat een tropische storm of een heuse orkaan je bootje aan diggelen blaast. “We moeten vertrekken, richting Trinidad, om haasten te voorkomen.” Verstandige opmerking. In tijdnood maken zeilers vaker verkeerde keuzes. Ofwel: een zeiler zonder haast heeft altijd wind mee. Nu hebben we nog marges om slecht weer te vermijden. Karin voegt eraan toe: “Ik wil wel graag een tussenstopje maken in Carriacou. We hebben het daar zo fijn gehad.” De volgende dag gaan we ankerop. We zeilen langs de Pitons, de twee pieken die als een soort Euromast symbool staan voor het land: zelfs het lokale bier is ernaar vernoemd. Dan zeilen we langs Saint Vincent en alle Grenadines, de dag wordt nacht en weer dag, de eilanden trekken aan bakboord als een film voorbij, terwijl we met een heerlijk stabiele halve wind op z’n boerenfluitjes voort gaan. Gek, maar nu we weten dat we binnenkort weer in Nederland zullen zijn genieten we extra van het zeezeilen.

Eenmaal in Carriacou, voor anker bij Sandy Island, lezen we op Facebook een bericht van een zeiler in de buurt: “Am I the only one who is freaking out?” Bij het bericht staat een screenshot van Windy. Donkerrood overheerst. Verwachte winden tot wel 60 knopen. Geen verwoestende orkaan, maar pakweg 110 km/u wind, windkracht 11, is een gevaar voor schip en bemanning. Veel is nog onzeker, de storm komt over vijf dagen, maar juist daarom besluiten we niet af te wachten. De komende dagen is het weer gunstig voor de oversteek naar Trinidad. In Tyrell Bay van Carriacou, waar we uitklaren en de watertanks van Catherine aftoppen met drinkwater, is de storm hét gespreksonderwerp: “Wat doen jullie?” Wij twijfelen niet: we gaan. Eerst sturen we Catherine tussen Carriacou en Ronde Island door, om oostelijk langs Grenada, de kant van de oceaan, te zeilen. De oversteek naar Trinidad wordt de laatste van dit seizoen. En misschien wel de mooiste. Niet eerder tijdens onze reis is de halve wind zo stabiel als nu: constant 18-20 knopen, geen vlagen, geen gedoe. `s Nachts passeren we het lichtjesfestival van Hibiscus, het grote olieplatform, en in de vroege ochtend is daar de ruige kustlijn van Trinidad. Al urenlang horen we op de marifoon oproepen voor Tiger Lily, de boot die enkele uren voor ons vertrok vanuit Carriacou. We horen geen antwoord. Er zou toch niets aan de hand zijn? Het laatste uur gaat de motor aan, Venezolaanse vissers varen voorbij, zwaaiend, de snelle veerboot naar Tobago scheurt langs. We sturen door de Boca del Dragon, de Slangenmuil, de smalle opening tussen Trinidad en het eilandje Monos. Stevige getijdestroom tegen, de motor, hard toe aan een onderhoudsbeurt, moet er nog even aan trekken, en dan zijn we een half uur later in de Golf van Paria, de deining is weg, het voelt als binnenwater. Nog een zeemijl en dan pakken we een ankerbol in Chaguaramas. Het voelt vertrouwd, als thuiskomen: home is where the heart is. We zien Tiger Lily voor anker liggen: alles is oké.

 De weersvoorspelling is er niet beter op geworden, de storm trekt zuidelijker dan eerder verwacht en zou zelfs Trinidad kunnen raken. We willen naar de veilige ankerbaai Scotland Bay, maar moeten eerst inklaren. Daarvoor hebben we een Health Clearance nodig. Een ambtelijke formaliteit, we zijn gevaccineerd dus het is geen probleem, maar we hebben die verklaring nodig van het ministerie van gezondheid. Die laat op zich wachten, ondanks aandringen van de geweldig behulpzame Yvanna van Peake, waar we komende week Catherine op de kant zetten. Pas op de ochtend van de storm gaat het licht op groen. Met onze gezondheidsverklaring tuffen we met Billy de bijboot naar de customs en immigration. Nadat de carbonpapiertjes, nodig om alle formulieren in viervoud te kopiëren, hun werk hebben gedaan en alle stempels zijn gezet, varen we eindelijk naar Scotland Bay. Gelukkig is er genoeg plek: een handjevol boten zijn vastgeknoopt aan de mangroven. Wij liggen midden in het baaitje, met net genoeg ruimte om te zwieren. Het is inmiddels aan het schemeren en het regent als ik vanuit Billy het tweede anker uitbreng. Dan is het wachten op wat komen gaat. Maar er komt niets! Het blijft heel de nacht windstil en stil, afgezien van de brulapen en de regen op het dek van Catherine. Vanaf Carriacou horen we de volgende dag van vrienden dat de wind daar aantrok tot 40 knopen, minder dan voorspeld, enkele jachten hadden krabbende ankers, maar er zijn geen ongelukken gebeurd. En in Trinidad heeft het flink geregend, met overstromingen tot gevolg. Maar de wind bleef gelukkig weg. De dagen erna, westwaarts,  zou de storm aanzwellen, kreeg de naam Bonnie, en boven de Caribische Zee werd Bonnie een orkaan die, eenmaal aan land in Midden Amerika, flinke ravage zou veroorzaken.

De volgende dag in Chaguaramas zitten we aan het bier met onze nieuwe vrienden van Tiger Lily, een liefdevol Braziliaans gezinnetje. We hebben nog een week voor onze vlucht naar huis en besluiten tot een tochtje naar Chacachacara en Tiger Lily reist de dag erop ons achterna. Het is twee uurtjes zeilen over de Golf van Paria. Het kleine, hoefvormige Chacachacara, onbewoond, omcirkelt ons als het ware. We zijn de enigen hier, waarschijnlijk omdat het zo dicht bij Venezuela ligt, dat een bedenkelijke reputatie heeft voor piraterij. Preventief heb ik de ais uitgezet en het ankerlicht brandt ’s nachts niet. We zijn onzichtbaar. De patrouillerende Coast Guard komt even om het hoekje en stelt ons gerust. Met enige fantasie zie ik de Santa Maria van Columbus liggen, die hier in augustus 1498 voor anker lag. Chacachacara was tijdens de oorlog een Amerikaanse marinebasis en een leprakolonie tot 1984. We stappen op het steigertje en gaan aan land. Het is een spookachtig eiland, de roofvogels cirkelen boven de klapperende golfplaten daken van het verlaten ziekenhuis en de barakken. De stapelbedden staan er nog. Een begraafplaats. Een overwoekerde toegangsweg. Verder is er niets. Een groter contrast met het stereotiepe beeld van de Cariben – parasollen, beach bars, de dreadlock holiday, barbeques op het strand – is nauwelijks denkbaar. Na Chacachacara, terug bij Peake, met Catherine opgebokt tussen andere vertrekkersboten, beleven we nog één keer een gezellig avondje met andere cruisers. De flesjes Carib in de bak met ijs, de barbecue rookt, de gesprekken gaan over en weer. Zeilen in de Cariben: zoveel afwisseling, we zijn er nog lang niet op uitgekeken.

De KLM vliegt ons naar Schiphol. Joris haalt ons op en opeens zijn we thuis. Vreemd en vertrouwd tegelijk. Vertrouwd vanwege Joris, Liselot, poes Pippie, ons huis, de buurt, de buren, vrienden, Rotterdam, de terrasjes. We kennen hier elke straathoek. Twee dagen later sta ik al met mijn muziekvrienden in de oefenruimte. De plannen voor een optredentje zijn snel gesmeed. Dezelfde week bekijken we een campertje, een pittig busje met hefdak. Alsof die op ons staat te wachten! We rekenen af en rijden een paar dagen later de showroom uit. Liselot is dan al verhuisd naar ons vorige appartement. We rijden ons campertje naar het charmante jachthaventje De Hitsert, waar Liselot met vriendinnen Irene en Maud een bejaarde Victoire 25 in de vaart houdt. We zeilen een dagje mee op het Haringvliet, Joris en Maud komen langs en tijdens het nuttigen van wat versnaperingen wordt ons blauwe busje gedoopt tot Bes. We rijden de week erop via de Vogezen naar Zwitserland, wandelen door bossen en bergen, rijden door naar de Auvergne, waar we een weekje bij Le Vertige verblijven. Een prachtlocatie, gastvrij gerund door een ex-collega van Karin en zijn vrouw.

Terug in Nederland ontvoeren Joris, Liselot en Maud ons de dag erop naar Schiermonnikoog. Het wordt een heerlijk verrassingsweekend, een verlate viering van onze verjaardagen. In Hotel Van der Werff drinken we biertjes met de bemanning van Zeevalk: we kwamen ze in maart 2020, een week voor corona, tegen op de Surinamerivier, maakten op het water een praatje van 10 minuten, zij kwamen aan, wij vertrokken naar Tobago. Ze runnen nu de boetiek Zouterik op Schiermonnikoog. Karin begint die maandag gelijk aan haar nieuwe baan bij haar oude werkgever: Nederlandse les aan Oekraïense minderjarigen. Dat had ze onder de tropenzon vanuit de kuip in Catherine al geregeld.

We helpen Joris met zijn nieuwe motor in zijn zeiljacht Jonathan. Hij en Maud kopen een huis in de buurt. Liselot heeft inmiddels gesolliciteerd in het ziekenhuis op Curaçao: daar begint ze in januari bij de interne geneeskunde. Ik ga verder met muziek opnemen met muziekvrienden Pim, Eva en ook Joris speelt mee. Eigen composities die, gerealiseerd tussen het wereldzeilen door, moeten resulteren in een mooie cd: ‘Sail away, the wind tells me where to go. Sail away, I don’t know where I’ll be. Sail away, and drop the anchor in some shallow sea”. Weinig dingen zijn mooier dan muziek maken, creëren, uitvoeren en luisteren. Nou ja, misschien is zeezeilen nog mooier. Misschien.

Dan zijn we in mineur: onze allerliefste kat Pippie is ziek. Hoe lang heeft ze nog te leven? We genieten van haar aanwezigheid zo lang het kan en knuffelen zoveel we kunnen. Als ik in november twee weekjes naar Trinidad vlieg om te klussen aan Catherine krijg ik al snel het voorziene bericht: het gaat niet langer. De volgende dag laten Karin, Joris en Lies haar vreedzaam inslapen. Ik huil mee op afstand, alleen in de kuip van Catherine.

Mijn verhaal over de Cariben ligt dan al bij de eindredactie van Zeilen magazine. Ik heb maar liefst twaalf pagina’s ruimte gekregen om een mooi verhaal te maken! Als de Zeilen van december dan op de mat valt is het spannend, maar gelukkig ziet het er geweldig mooi uit, de eindredactie heeft het werk goed gedaan, er zijn fraaie zeekaarten bij getekend met suggesties voor routes en ankerplaatsen die zijn gebaseerd op onze eigen ervaringen en waarnemingen. Een voorproefje vind je hier. We zitten inmiddels in december, de kerst nadert. Dan staat de glashandel voor de deur en begint de steiger op te bouwen. De hele voorgevel van ons pand krijgt dubbel glas. Met behoud van het mooie glas-in-lood.

Vrienden vragen regelmatig wat onze plannen zijn. “We weten het nog niet precies, ergens in 2023 gaan we weer zeilen.” Bladerend door Zeilen, ons eigen verhaal herlezend, trekken we een plan. We boeken onze KLM-tickets de volgende dag. Karin werkt door tot de krokusvakantie. Ik vlieg in februari vooruit, om Catherine vaarklaar te maken. Motoronderhoud, schroefaslager, electriciteitsdingetjes en verlichting, schilderwerk en antifouling en een lijst aan kleinere en minder kleine klusjes. Karin vliegt in maart via Curaçao, waar ze Liselot opzoekt, daarna door naar Trinidad. Dan zeilen wij noordwaarts, naar Sint Maarten en de eilanden daar in de buurt, en vlak voor het orkaanseizoen naar Curaçao, naar Liselot. Dan zien we wel weer verder. Hoe dan ook, langzaamaan gaan we westwaarts… En wat daar achter de horizon ligt…

Trouwens, bekenden en onbekenden, leuk dat jullie ons blog lezen! We vinden het ontzettend leuk om ons verhaal te delen en jullie een beetje deelgenoot te maken. Niet om jullie de ogen uit te steken, maar vooral om te inspireren. Weggaan is het moeilijkst, als je eenmaal onderweg bent gaat alles vanzelf en kom je in een heerlijke flow. Dat geldt voor een lange zeilreis, maar ook voor een rugzakreis door Azië of een camperreis naar Portugal. Naast dit blog hebben we een facebookpagina en instagram. Neem daar ook eens een kijkje. We plaatsen foto’s, wat filmpjes en korte berichtjes in het Engels zodat ook onze niet-Nederlandse zeilvrienden, dat worden er al zeilend steeds meer, ons kunnen volgen.

Prettige Kerstdagen en alvast een gezond en gelukkig 2023 gewenst!

Groetjes, ook van Karin,

Eric