Porto Santo: komen en gaan

                                                                                  16 november 2019

Er staat een stevige dwarswind de haven in als we vertrekken uit Porto Santo. We hebben weinig ruimte om te manoeuvreren. Het plan was Catherine met lijnen bij de dwarssteiger te houden, met behulp  van drie man. Eentje staat op de steiger voor ons en twee anderen staan op de vingersteiger naast de boot. Ik sta op de boeg om de lijnen op te vangen. Eric zet de motor in z’n achteruit en alle drie de mannen gooien de lijnen iets te vroeg naar mij. Ik zie nog in een glimp hoe Kevin de aardige Engelsman op de vingersteiger tot z’n enkels in het water staat. Ik ben druk bezig de lijnen binnen te halen als ik zie hoe de boot iets te snel zijwaarts afdrijft richting twee afgemeerde boten. De mannen aan de kade schreeuwen nog wat, maar Eric zet de motor exact op tijd volle kracht in z’n vooruit, zodat er maximale druk op het roer komt. Catherine draait langzaam tegen de wind in, de boeg gaat net op tijd door de wind, met de andere boten op slechts een paar meters afstand en we varen weg. Opgelucht varen we langs het Duitse stel dat een stukje verderop geankerd ligt: ‘See you later in Madeira’. De Canadees die op de steiger had geholpen loopt naar het havenhoofd en zwaait ons uit.

We zijn op weg. Een kort stukje 30 zeemijl, een uur of zes varen.  Als we de punt van Porto Santo voorbij zijn, zien we Madeira al liggen. Er staat een stevige wind en we varen een ruime koers. We experimenteren een tijdje met de zeilen. We hijsen het grootzeil en rollen de genua uit. Het grootzeil haalt de wind uit de genua die staat te klapperen als een gek. Toch maar weer het grootzeil laten zakken en dan maar ‘voor het lappie’, zoals dat in zeilerstermen heet. Met alleen de genua gaan we zelfs iets harder, dus het blijkt de juiste beslissing. De deining is flink en behoorlijk onregelmatig. Zolang we dichtbij Porto Santo zijn, hebben we nog last van een onrustige zee. Na een uur of twee wordt het wat rustiger, maar wel veel kouder. De warme, waterdichte kleding wordt weer tevoorschijn gehaald en we wapenen ons tegen de kou en de nattigheid.

Ik zie Porto Santo steeds kleiner worden en denk terug aan de twee heerlijke weken die we daar hebben beleefd. Na een behoorlijke heftige tocht kwamen we aan in Porto Santo. Via de marifoon kreeg ik wat onduidelijke aanwijzingen: eerst konden we gewoon een plekje uitzoeken in de marina, later bleek de marina toch vol en zeiden ze dat we aan een mooring in de ankerbaai konden gaan liggen. De ankerbaai was ook behoorlijk vol en er was geen mooring te bekennen. De Engelsman die we tijdens onze reis bijna de hele tijd op de AIS hadden gezien, was een uurtje voor ons gearriveerd en riep naar ons dat er überhaupt geen moorings waren. We gooiden het anker uit, ontkurkten een fles bubbeltjeswijn en gingen eens rustig om ons heen kijken. Beiden waren we ietwat teleurgesteld over wat we voor ons zagen. Precies voor onze neus stonden een paar lelijke industriegebouwen, een rokende dieselenergiecentrale met daarachter een bruine, dorre rotswand. Links van ons, bij de piepkleine marina was een lange volgekalkte kademuur. De wijn hakte er goed in na de lange dagen op zee en we gingen vroeg onder zeil.

De volgende ochtend meldden we ons bij het havenkantoor. Gelukkig was er toch een plaatsje vrij in de marina, want de nacht in de ankerbaai was me niet goed bekomen door het heen en weer zwiepen van onze boot. Nadat we voor de tweede keer de omgeving in ons opnamen, waren we al stukken positiever gestemd. Achter de kademuur zagen we een prachtig strand met palmbomen tot zover het oog reikte. De kademuur was beschilderd met kleurige schilderingen van wereldzeilers. Later zouden wij daar ook ons spoor achterlaten als een herinnering aan ons verblijf op Porto Santo. Het terras zat vol met zeenomaden van allerlei pluimage. Naast een paar oude Franse hippies zaten twee Engelse stelletjes die duidelijk een slok teveel op hadden en luidkeels uitweidden over allerlei bestemmingen die ze hadden aangedaan. De dag erop hetzelfde tafereel, de kater werd op zijn Engels weggespoeld met halve liters bier. Op het terras zaten ook een paar solozeilers, die ons later allerlei stoere verhalen zouden vertellen.

De marina van Porto Santo bleek een toevluchtsoord voor zeer uiteenlopende types. Onze buurman Alex uit Corsica zag er nogal woest uit met zijn gezichtstatoeages, maar bleek een vriendelijke, zachtaardige man. Toen wij onze bootschildering met ‘In het kielzog’ op de kademuur schilderden, vertelde hij hoe zijn wat gammel uitziende boot ‘Weak’ aan haar toepasselijke naam was gekomen. De vorige eigenaar had een spelfout gemaakt, de boot had eigenlijk ‘Wake’, Engels voor kielzog, moeten heten. Alex lag al vijf maanden in de marina en was van plan om in één keer vanaf hier door te varen naar de Caraïben. Hij bezat geen rooie rotcent en hoopte met wat klussen rond te kunnen komen.

We maakten mooie wandelingen, bezochten het leuke stadje en het huis waar Columbus had gewoond. In korte tijd hadden we een druk sociaal leven in en om deze marina. Een barbecue op het strand met onze vrienden van Giramondo, een andere barbecue georganiseerd door Alex en andere zeilers van de haven en een paar keer een borrel bij enkele geankerde schepen van Duitse stelletjes. Hun schepen glommen in de zon, van binnen alles spik en span, alles piekfijn op orde, één boot had zelfs een echte man cave, waar de schipper zich uit kon leven met de fonkelnieuwe dieselmotor, generator en watermaker. Het contrast met het afgeragde bootje van Alex en de rommelige Franse hippieboten was enorm. Hoe groot de verschillen ook zijn, er heerste een goeie sfeer en prettige saamhorigheid. Het blijft opmerkelijk: we varen als vreemden de haven binnen en na twee weken, als we weg varen, hebben we het gevoel alsof we talloze vrienden achterlaten. Het leuke is dat we een aantal zeker terug zullen zien op Madeira en later op de Canarische eilanden.

 

Karin

 

4 thoughts on “Porto Santo: komen en gaan”

  1. Wow, wat een mooi verhaal weer. Ik zou bijna jaloers worden. Het is dat je er zolang voor moet varen maar anders……..
    Veel plezier en ik kijk uit naar het volgende verhaal. xxx

    1. 😀Of neem het vliegtuig😀 zoals Wim, hij komt donderdag en zeilt met ons mee naar de Canarische eilanden. Groetjes ook aan Evelien!

  2. Mooi zo het verschil beschrijven tussen komen en gaan. Wat een prachtige ontdekkingstocht en Karin wat zie je er jong uit!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *