Waar haalde Columbus zijn olijven?

Porto 5-10-2019

Rondzeilen in Galicië heeft veel te bieden: prachtige baaien, in het Spaans ‘ria’s’. Aan de kust slaperige dorpjes en stadjes, zoals het overbekende San Fransisco of het minder bekende Portosin. Waar je ook zeilt, overal zijn vissers, meestal kleinere bootjes met grote motoren, vaak ook kleine bootjes met roestige buitenboordmotortjes van vissers uit het dorp, die voor gezin en de buren voor het dagelijkse menu het water op gaan. Bij San Fransisco lagen we enkele dagen voor anker. Naast ons lag zo’n houten schuitje, elke ochtend kwam de eigenaar aan boord. Zijn vissersdag werd ingekort omdat hij minstens een half uur nodig had om de buitenboordmotor aan de praat te krijgen. Een keer lukte dat niet, pakte hij de peddels en ging honderd meter verderop weer voor anker. De man herkende ons, wij hem. Toen we na drie dagen de mist invoeren, op weg naar de volgende bestemming, zwaaide hij ons beleefd uit. Het voelde een beetje als vertrekken van huis: wherever I lay my hat, that’s my home.
We zeilden in de mist, alles grijs. We zagen geen hand voor ogen. Het vocht dempte alle geluiden. Saaie boel zou je zeggen, maar toen begon de voorstelling. Ze kwamen van alle kanten, dolfijnen, groter dan die we eerder zagen, zoals Flipper, tientallen, onder de boot door, voor ons langs, naast ons. Hopla, de lucht in! En nog een, en nog een. Zo ging het wel een half uur door. En zo gebeurt er altijd wel iets, ook als er niets lijkt te gebeuren.
Heimwee hebben we nog niet. Sommige dingen missen we wel: vrienden, vriendinnen, familie, Joris en Liselot nog het meest, ook muziek maken, een potje voetbal. We missen ook olijven. Dat verrast ons nog het meest, want we hadden verwacht in deze streken volop olijven te kunnen krijgen. Ze zijn nergens te vinden. Als we hoopvol een grotere supermarkt vinden, in een stadje aan een ria, stappen we teleurgesteld weer naar buiten: alleen olijven in potjes en blikjes. Voor zeilers zijn olijven prima vers voedsel, goed houdbaar, ook ongekoeld. Columbus en zijn collega’s zullen vast ladingen hebben meegenomen. Maar waar zou hij ze vandaan hebben gehaald?
Onze tijd in de ria’s zit er bijna op als we koers zetten naar de eilandjes voor Ria de Vigo en de Ria de Pontevedra: Isla de Onse en Islas de Cies. Daar vinden we waar we deze hele onderneming voor zijn begonnen; schitterende natuur, te bezoeken vanaf ons drijvende huisje op een heerlijke ankerplaats. We roeien in Billy, ons bijbootje, naar het strandje, worden in de branding bijna ondersteboven gezwiept, maar we zijn er. Op Cies lopen we door de mist omhoog naar de vuurtoren. De vuurtoren was er en 1493 nog niet, toen Columbus terugzeilde van zijn eerste ontdekkingsreis. Zijn Niña overleefde ternauwernood een vliegende storm: ‘we dachten er aan onderdoor te gaan’, schreef Columbus in zijn dagboek. Het tweede schip, de Pinta, scheerde langs Onse en Cies en liep in februari 1493 een tiental kilometers verderop de haven van Bayona binnen. Wij gaan dat enkele dagen later ook doen, en bezoeken dan een replica van de Pinta, maar eerst doorkruisen we alle paden op de eilandjes. Verdwalen is moeilijk, paadjes lopen van vuurtoren naar vuurtoren en van de pier naar de vuurtoren. Op Onse stuiten we op de grootste vuurtoren. Daar woont en werkt nog een echte vuurtorenwachter. Waar vind je dat nog, in deze geautomatiseerde tijd? Het fleurige wasgoed wappert in de voortuin, verder gebeurt er niets. ’s Avonds ontsteekt de vuurtorenwachter zijn door zonnecollectoren van stroom voorziene led-lampen. Hoe deden ze dat vroeger eigenlijk, de brandstofvoorziening, op zo’n afgelegen eiland? Terwijl ik me dit afvraag, droomt Karin een beetje weg en kijkt rond. ‘Kijk nou eens’, zegt ze verbaasd, ‘Olijfbomen! Dus toch!’ Heel even is er hoop op verse olijven op dit eiland, maar de bomen dienden een ander doel. Op een informatiebord lezen we de geschiedenis van deze vuurtoren. Gebouwd in 1865, het magische jaar dat Charles Darwin zijn ‘Origin of species’ publiceerde en het wereldbeeld voorgoed veranderde, brandden de lampen van de vuurtoren op olijfolie! De bomen staan er nog, maar op het eiland is geen olijf te vinden. De dag erop keert de mist terug, de wereld is grijs. Ons bekruipt het gevoel dat het tijd is om zuidwaarts te zeilen, weg van de ria’s, op weg naar nieuwe kusten.

                              Eric

5 thoughts on “Waar haalde Columbus zijn olijven?”

  1. Genieten jullie blogs! En ik vind jullie ongelooflijk stoer. Herinner me deze kust als mooi, ruig, lege stranden en heel veel wind. Maar dat was dan over land met de motor. Verheug me op de rest van het avontuur. Liefs, Germienke

    1. Hey Germienke! Klopt wel ja, de kusten zijn ruig, als de wind aantrekt doen we voorzichtig. Maar het is vooral erg mooi! Groetjes x x

  2. Wat een belevenissen, word nu toch wel een beetje jaloers al zou ik de oceaan niet over durven gaan. Leuk om alles weer te lezen . Veel plezier en goede vaart verder.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *